Als vrouw houd ik me nog aardig staande in het ruige domein van menig man: voetbal. Vraag mij wat buitenspel is en ik antwoord in één beknopte zin zonder met mijn ogen te knipperen. Vraag mij wat passief buitenspel is en ik zal niet met mijn bek vol tanden staan. Vraag mij wie Vertonghen, Eriksen, Halilovic en Swinkels zijn en ik geef een Opsporing Verzocht-waardige beschrijving; inclusief huidige club en carrièreslag. En ja, ook ik geil op Gregory van der Wiel, als –ie maar niets zegt. Ik doorzie schwalbes vanaf een 15” beeldscherm en ik begrijp Johan Derksen’s fascinatie voor Yolanthe. Maar een dikke doelman? Dat begrijp ik niet.

Het is een soms ondankbaar baantje, maar iemand moet het doen. Dikke derdehands doelman, Jeroen Verhoeven weet hier alles van. De Volendammer stond afgelopen zondag met de nodige overtuigingskracht tussen de palen. Hij zou heel voetballiefhebbend Nederland wel even laten zien dat Maarten Stekelenburg prima vervangbaar is. Dat stond als een paling boven water. Er is alleen nog één detail: de doelman lijdt aan obesitas.

Op Wikipedia (ja, we weten dat dat geen bijster valide bron is) staat dat meneer 99 kilo weegt, maar wij weten natuurlijk wel beter. Verhoeven’s corpulentie laat zich minimaal raden in een honderdtal. De popcorn en de comfortabele bankhangmodus volgden al snel: het was tijd voor 90 minuten aan ongegeneerd leedvermaak. Mijn ongeloof was dan ook tekenend toen deze worst op pootjes het presteerde om in een katachtige afweerbeweging zijn volledige gewicht mee te slepen. Ontzag. Hoe deed –ie dat?!

Het ongeloof van Ajax’ zijde was echter groter toen de vetzuchtige Verhoeven verzuimde om in de negentiende minuut de bal klemvast te houden. Buik zat in de weg. Niets aan te doen. Je hoorde het Frank de Boer nog vanaf de zijlijn schreeuwen: ‘Gooi dan verdomme je gewicht in de strijd!’ Het mocht niet baten. Feilloos fileerde Rangelo Janga de op het veld spartelende shiz kebab alvorens hij het doelpunt maakte. Nog nooit rook Willem II in zo’n vroeg stadium de overwinning. Zou het dan toch?

De nederlaag tegen Spartak Moskou zat er nog goed in. Als bezetenen begonnen alle ajacieden te werken. Nou ja, iedereen behalve Demy de Zeeuw. Willem II voelde zich echter met de minuut groter worden. De vechtlust van de club reikte verder dan de eetlust van Verhoeven. Resultaat? Een felrode kaart. Hét moment dat de wedstrijd geen wedstrijd meer was, maar een volledige, ongeremde afslachting waarbij het stukje rosbief op doel alle tijd had om op adem te komen.

Met een 3-1 winst en een lege maag kan Verhoeven met opgeheven hoofd het veld verlaten. Winnen is winnen. Dat de vierde man op de achterlijn nog de hele avond bezig is geweest om de Mars-wikkels van het veld te rapen is bijzaak. Die waren voor de energie. Hoewel voetbal in de verste verte niet de doelstelling heeft om ook maar enigszins charmant te ogen heb ik al wel mijn klaagbrief richting Frank de Boer verzonden. Want trainen tot in den treuren? Dat begrijpt hij wel. Maar een fatsoenlijke warming-up voor een dikke derde doelman? Dat dan weer niet.