Bij vele veertigplussers uit mijn familie en ongetwijfeld ook die uit jullie familie bestaat nog altijd de perceptie dat dingen vroeger beter waren. Het was allemaal nog zo overzichtelijk en duidelijk, brood kocht je voor 12 cent bij de lokale bakker, vader hield sowieso van moeder en andersom,enzovoorts. Kortom: je hoefde je vrijwel nergens zorgen over te maken. In de meeste gevallen kan ik de situatie anno 2012 aardig verdedigen, maar in een enkel geval was het vroeger inderdaad beter. Ik groeide namelijk op in de jaren ’90, de tijd van Tamagotchi’s, bruingele kabelcoltruien, Saved by the bell en het onmiskenbare geluid van de inbelverbinding dat ze tegenwoordig Dubstep noemen. En moeder maakte van elke gebeurtenis, van mijn eerste fietsje tot het schoolreisje uit groep 8, een reeks foto’s die voor eeuwig in onze fotobak of in één van de talloze fotoboeken te vinden zijn. Ik hoefde me geen zorgen te maken over dat ik de foto’s ooit kwijt zou zijn.

Tegenwoordig gaat dat anders. Mijn moeder maakt nauwelijks nog foto’s en voor het vakkundig inplakken van de vakantiefoto’s om ze daarna nog allemaal van een grappig en origineel onderschrift te voorzien heeft niemand bij ons in huis nog tijd. Van de vakantie met mijn vrienden en de uitwisseling naar Italië maakte ik foto’s met mijn smartphone: daar kwam geen camera, laat staan fotorolletje, meer aan te pas. De meeste kinderen van nu zullen vast niet eens weten hoe een analoge camera eruit ziet. En sterker nog: toen ik mijn 10-jarige zusje het kokertje liet zien waarin de fotorolletjes vroeger werden bewaard, ook wel gebruikt voor melktanden en kleingeld, had ze werkelijk geen idee waar het ding voor diende.

Dat vind ik jammer: waar het maken van foto’s vroeger nog betekende dat je voor de eeuwigheid vastgelegd werd en je samen met je vrienden of je familie een week na de vakantie om de keukentafel ging zitten om ze een mooi plekje in het speciaal gekochte fotoboek te plaatsen, komt het er nu min of meer op neer dat je familie en vrienden vastgelegd hebt tot je een nieuwe telefoon aanschaft. Mede daardoor kwam ik laatst tot de trieste conclusie dat ik mijn foto’s uit Italië, gemaakt met mijn smartphone, waarschijnlijk voor eeuwig kwijt ben.

Maar gelukkig heeft ook elk nadeel z’n voordelen. Waar het er 15 jaar geleden op neer kwam dat je nooit meer naar Venetië hoefde, omdat je de foto’s van je vakantie van drie jaar geleden toch al in een prachtig boek geplakt hebt, zit er voor mij nu heel waarschijnlijk niets anders op dan nog eens terug te gaan. Het excuus dat ik de foto’s van de prachtige stad niet meer kan vinden is voor mij reden genoeg om dat inderdaad nog eens te gaan doen. En geloof me: er zijn ergere plekken om enkel en alleen voor de foto’s naar terug te moeten.